Chocolade is niet meer weg te denken uit ons leven. Van bonbons en chocoladerepen tot warme chocolademelk en verfijnde desserts: de zoete verleiding heeft de wereld veroverd. Maar wie ontdekte eigenlijk chocolade? Waar komt het vandaan en hoe werd het de lekkernij die we vandaag kennen?
Wie vond chocolade uit?
De geschiedenis van chocolade begint bij de oude beschavingen in Midden-Amerika. De Olmeken, een van de oudste beschavingen in Meso-Amerika (ca. 1500-400 v.Chr.), waren waarschijnlijk de eersten die cacao ontdekten en gebruikten. Zij vermaalden cacaobonen en mengden deze met water en kruiden om een bittere drank te maken.
Later namen de Maya’s (250-900 na Chr.) deze traditie over en perfectioneerden ze het proces. Voor hen was cacao heilig en werd het vaak gebruikt in rituelen, als offer aan de goden en zelfs als betaalmiddel. De Maya’s noemden hun cacaodrank 'xocoatl', wat zich laat vertalen als ‘bitter water’.
Wie heeft chocolade ontdekt?
De Azteken (14e-16e eeuw) namen de cacaocultuur over en beschouwden het als een drank van de elite. Ze mengden de gemalen cacaobonen met water, chilipeper en kruiden, waardoor een pittige en voedzame drank ontstond. Keizer Montezuma II zou liters van deze drank per dag hebben gedronken, in de overtuiging dat het hem kracht gaf.
Wie heeft chocolade uitgevonden?
De Europese ontdekking van chocolade kwam met de Spaanse veroveraar Hernán Cortés. In 1519 arriveerde hij in het Azteekse rijk en maakte hij kennis met de cacaodrank. Cortés en zijn mannen brachten cacaobonen mee naar Spanje, waar ze al snel populair werden. De Spanjaarden voegden suiker en vanille toe aan de drank, waardoor deze aangenamer werd voor Europese smaakpapillen. Zo ontstond de eerste vorm van de chocolade zoals wij die nu kennen.
Vanaf de 17e eeuw verspreidde cacao zich door Europa en werd het een luxeproduct aan koninklijke hoven. Pas in de 19e eeuw, met de uitvinding van vaste chocolade door bedrijven als Van Houten en later Nestlé, werd chocolade toegankelijk voor een breder publiek.
De geschiedenis van bonbons
In de 17e eeuw werd chocolade in Europa een luxeproduct voor de adel, en de naam ‘bonbon’ ontstond aan het Franse hof. In 1912 revolutioneerde de Belgische apotheker Jean Neuhaus de bonbon door chocolade te vullen met zachte vullingen, wat leidde tot de praline. Sindsdien zijn bonbons uitgegroeid tot een wereldwijd geliefde lekkernij. Vandaag brengen chocolatiers zoals Bonbonbook deze traditie tot leven met unieke, handgemaakte creaties die smaken als een verhaal op zich.
Lees hier alles over de geschiedenis van bonbons
Waar komt chocolade vandaan?
Vandaag de dag wordt cacao voornamelijk verbouwd in landen zoals Ivoorkust, Ghana, Indonesië, Ecuador, Brazilië en Nigeria. Deze landen produceren het grootste deel van de cacaobonen die wereldwijd worden gebruikt voor de productie van chocolade. Lees meer over waar chocolade & cacao vandaan komt.
Bonbonbook brengt een eerbetoon aan de rijke geschiedenis van chocolade door ambachtelijke bonbons te maken met unieke smaken en een creatieve presentatie. Elke bonbon vertelt een verhaal, net zoals de cacaoboon dat eeuwenlang heeft gedaan.
Dus, de volgende keer dat je geniet van een stukje chocolade, denk dan even terug aan de Maya’s, de Azteken en de ontdekkingsreizigers die deze kostbare boon naar ons brachten.
Lees meer over waar onze chocolade vandaan komt
De toekomst van chocolade
De toekomst van chocolade draait om duurzaamheid en vakmanschap. Chocolatiers werken steeds meer met ethisch geproduceerde cacao en natuurlijke ingrediënten, terwijl handwerk en ambacht een belangrijke rol blijven spelen. Bij Bonbonbook combineren we deze waarden met creativiteit om bonbons te maken die niet alleen heerlijk zijn, maar ook een goed verhaal vertellen.